‘Samen op weg naar een moderne en leefbare regio’

Het programma OV NEXT staat voor openbaar vervoer van de toekomst. Het bundelt vijf maatregelen die nodig zijn om het OV met het aantal toenemende inwoners van Den Haag en de regio te laten meegroeien. Naast de komst van nieuwe trams en bussen werken HTM, de gemeente Den Haag en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag aan kortere reistijden en aan het nog beter aansluiten op andere vormen van vervoer. Daarnaast werken de partijen samen aan twee nieuwe, snelle en hoogwaardige OV-verbindingen.

“Hoe geweldig is het als je op deze manier kan meehelpen om Den Haag en de omliggende gemeenten mooier, beter, moderner en duurzamer te maken. Wat we al jaren kennen vanuit Londen gaat nu ook hier gebeuren. In één woord: fantastisch!” Erik Beenen steekt zijn enthousiasme over het programma OV NEXT niet onder stoelen of banken. Tramstoelen en busbanken dan wel te verstaan. Want volgens Beenen, directielid en Manager Reizigers bij HTM Personenvervoer N.V., werken gemeente Den Haag, de MRDH en HTM gezamenlijk aan volgende, belangrijke stappen in het openbaar vervoer. Vandaar OV NEXT.

Vijftig nieuwe trams

Het programma OV NEXT bevat een groot aantal maatregelen om Den Haag en omgeving bereikbaar en leefbaar te houden, zelfs te verbeteren op dit vlak. Eén van de maatregelen is het vernieuwen van trams en bussen. “Tot 2040 krijgt de metropoolregio er 400.000 bewoners bij. Mensen die hier komen wonen, werken en recreëren. Daarom werken we als drie partners aan openbaar vervoer dat meegroeit met het toenemende aantal inwoners”, zegt Beenen. Op 14 april 2021 ondertekenden Den Haag, MRDH en HTM de samenwerkingsovereenkomst voor de komst van vijftig nieuwe trams. “De nieuwe varianten zijn breder en kunnen daardoor ruim een kwart meer reizigers vervoeren. Dat verhoogt dus de capaciteit. Bovendien zijn ze stiller en stabieler, trekken ze vloeiender op, zijn de stoelen comfortabeler en is ook het geluid binnen veel prettiger. Daarnaast bieden de trams lage vloeren, waardoor je comfortabeler en sneller kunt in- en uitstappen. Met dit laatste kunnen we de reistijd weer verkorten, ook niet onbelangrijk”, meent Beenen. Bij vervanging van eerdere trams zag hij de klanttevredenheid omhoogschieten. En daarmee het aantal reizigers.

Infrastructuur aanpassen

De verhoogde capaciteit leidt ook tot een meer leefbare stad. “Met verbeterd openbaar vervoer benut je veel beter de ruimte in stad en regio. Elke tram biedt plek aan 150 reizigers. Stel je eens voor dat al die reizigers de auto pakken. Hoeveel ruimte neemt dat niet in met asfalt en parkeerplekken? Dat zou zonde zijn. Daarom ben ik ook blij dat de gemeente Den Haag, de MRDH en HTM dezelfde visie delen: een mooiere stad is gebaat met meer en verbeterd OV.” Maar met alleen nieuwe trams ben je er niet. OV Next betreft daarom ook het aanpassen van infrastructuur. “Hier en daar moeten we ook de sporen en haltes aanpassen, en waar dat kan soms zelfs de indeling van straten. Een straat bevat trottoirs, parkeerplekken, rijbanen en wellicht ook bomen en groenstroken. Als HTM zien wij voor onze trams het liefst vrije banen. Maar dat is niet altijd mogelijk. Waar dat niet kan, moet je keuzes maken. Ruimte geven voor een bredere tram, betekent soms inleveren op iets anders, zoals de rijbaan of de groenstrook. Al die infrastructurele werken – ook aan perrons en nieuwe remises – moeten naadloos en goed op elkaar aansluiten. En ook daarvoor is hechte samenwerking belangrijk. Overigens biedt het de mogelijkheid om tegelijk ander werk mee te nemen. Daar waar we tramrails aanpassen is het voor de gemeente een kans om bijvoorbeeld de riolering aan te passen, als dat nodig is.” Beenen verwacht in 2026 de eerste nieuwe trams op de rail te krijgen. Daarna duurt het nog anderhalf tot twee jaar voordat alle zestig nieuwelingen definitief rijden; elke tram wordt eerst door en door getest.


Erik Beenen, directielid en manager Reizigers bij HTM Personenvervoer N.V.

Twee nieuwe remises

Om de bredere trams te kunnen stallen, is een vernieuwde en een nieuwe remise nodig. In het noordelijke deel van het netwerk wordt de remise in Scheveningen aangepakt. “Samen met de gemeente Den Haag maken we nu een ontwerp voor de te verbouwen remise aan het Harstenhoekplein. In het zuidelijke deel van ons netwerk komt een nieuw onderkomen. Het college van B&W is akkoord gegaan met de uitwerking van een plan voor een remise op de zogeheten GAVI-locatie op Ypenburg, in de buurt van het Prins Clausplein. Uiteraard moeten deze twee remises gereed zijn als de nieuwe trams hun intrede doen. Die kun je immers niet zomaar in een weiland stallen of ergens op de rails parkeren. Ook op dit vlak is planning en samen tegelijkertijd de goede dingen doen essentieel.”

Nieuwe, stille bussen

Naast de trams komen er ook zo’n honderd nieuwe bussen. Alle aardgasbussen worden vervangen door elektrische en dus schonere varianten. Ook deze zijn stiller - tevens prettiger voor bewoners van straten waar de bus doorheen rijdt – en beter toegankelijk, bijvoorbeeld voor elektrische rolstoelen. Verder hebben de bussen een vergrote capaciteit.

Reistijd verkorten

Zoals gezegd heeft reizigerstevredenheid invloed op het gebruik van het OV. Hoe beter het openbaar vervoer, des te meer mensen nemen de tram of bus in de stad. Ook reistijd speelt daarbij een grote rol. “Iedere seconde telt. Stel, je woont in Den Haag Zuid-West en je wil naar het centrum, dan kost je dat nu dertig minuten. Dat is veel te lang in één stad. We moeten die reistijd met zeker tien minuten kunnen verkorten. Daarmee vergroot je ook de bereikbaarheid in de stad en de toegang tot de arbeidsmarkt. Mensen die in Zuid-West wonen, kunnen zo sneller bij hun werk komen in bijvoorbeeld het centrum”, zegt Beenen. Het sneller in- en uitstappen draagt bij aan het verkorten van de reistijd. Maar er zijn ook aanvullende maatregelen nodig, zoals het net anders instellen van verkeersregelinstallaties of het maken van vrije bus- en trambanen.

Ketenmobiliteit meenemen

“Verder moet je ketenmobiliteit meenemen: OV dat zo goed mogelijk aansluit op andere vormen van vervoer. Voor reizigers is er bijvoorbeeld de HTM-fiets die ze bij tramhaltes kunnen stallen of juist vanaf daar kunnen meenemen. Verder zijn er tal van aanbieders met onder meer deelauto’s, e-bikes en elektrische scooters. Met RET en NS ontwikkelen we een MaaS-project - Mobility as a Service - waarbij we gezamenlijk bekijken hoe goed je het OV kunt laten aansluiten op andere vormen van vervoer. Al die vormen worden dan toegankelijk in één handige app, zodat je daarmee heel gemakkelijk en efficiënt je reis kunt plannen.”

Nieuwe HOV-verbindingen

Als laatste zijn gemeente Den Haag, MRDH en HTM bezig met de ontwikkeling van nieuwe OV-lijnen, bekend onder de namen Koningscorridor en Leyenburgcorridor. Bij de eerste kunnen reizigers met hoogwaardig OV snel en in één keer van Scheveningen via Den Haag Centraal en het Central Innovation District – Binckhorst/Voorburg naar Zoetermeer of Delft reizen. Bij de tweede is er een snelle verbinding van Den Haag centrum naar Den Haag Zuid-West en het Westland. Beenen: “Deze HOV-verbindingen bevinden zich nu nog in een omvangrijke onderzoeksfase. Daarna volgt nog politieke besluitvorming. Ik verwacht dat we voor deze lijnen binnen drie jaar verdere concrete stappen kunnen zetten.”

Samenwerking loont

Al met al moet OV NEXT leiden tot (1) een grotere bereikbaarheid van banen en voorzieningen, (2) vermindering van auto’s in de stad, (3) minder reistijd met het OV, (4) een sterke toename van het OV-gebruik en (5) bovenal een duurzame en leefbare stad en regio. “Tijdens de coronapandemie werd het gebruik van het OV ontmoedigd. Die nasleep is nog steeds merkbaar. Gelukkig groeit het aantal reizigers weer. Mooi, want we willen ze heel graag weer in onze trams en bussen terugzien. Het is ook goed om te zien dat samenwerking loont”, besluit Beenen. “We werken met een zeer gemotiveerd team aan OV NEXT, iedereen en elke partner met z’n eigen rol en insteek. Allemaal mensen met een passie voor hun woon-, werk- en leefomgeving. Dat werkt heel motiverend, alhoewel we wel een lange adem moeten hebben. De nieuwe trams en nieuwe remises moeten in 2026 gereed zijn, maar dan hebben we nog de Koningscorridor en de Leyenburgcorridor. Ik verwacht daarom dat er nog wel een OV Next 2 komt, en dat de samenwerking zoals die nu plaatsvindt, blijvend zal zijn.”

Toekomst metro- en tramnetwerk regio Rotterdam

Om mee te bewegen met een veranderende omgeving is het noodzakelijk om het metro- en tramnet in de regio Rotterdam te versterken. Het inwonersaantal groeit, er liggen opgaven voor woningbouw, klimaat, een sterke economie en een samenleving waaraan zo veel mogelijk mensen kunnen deelnemen. Daarom onderzoeken de gemeente Rotterdam, de RET en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag samen hoe het openbaar vervoer kan bijdragen aan deze maatschappelijke opgaven.

Soms een beetje pijn

Het doel is om verbeteringen door te voeren waar stad en regio voordeel van hebben. Dat neemt niet weg dat maatregelen ook pijn kunnen doen. Middelen zijn schaars en de belangen van tram en metro kunnen botsen met andere belangen. Denk aan de kwaliteit van de buitenruimte, omgevingshinder, verkeersveiligheid en milieu. De partijen formuleerden daarvoor acht uitgangspunten voor een beter metro- en tramnetwerk. Deze uitgangspunten vormen de basis, waarmee zij in 2022 samen met de gemeenten Schiedam, Barendrecht en Vlaardingen een toekomstplan opstellen voor het tramnetwerk in 2030.

Meer metrocapaciteit

Het bestuur van de MRDH stelde in november 2021 de plannen voor meer metrocapaciteit vast. Zo gaat in de toekomst de frequentie van de metro op de lijnen C en E omhoog. Daarvoor zijn 35 extra voertuigen nodig en aanpassing aan metrostation Beurs. Hiervoor hebben de partijen een financieringsaanvraag ingediend bij het Rijk (Nationaal Groeifonds).

Lees meer over de plannen




OV ondervindt nog steeds gevolgen coronamaatregelen

De coronacrisis in 2020 en 2021 had grote impact op het gebruik van het openbaar vervoer in de metropoolregio Rotterdam Den Haag. Tijdens de crisis was er een extreme daling van het aantal reizigers (60 tot 80%). Met het opheffen van de coronamaatregelen nam het aantal reizigers in het openbaar vervoer weer toe tot circa 80% (mei 2022) van het niveau van voor de coronacrisis.

De gevolgen van de coronamaatregelen zullen nog lange tijd merkbaar zijn: de OV-bedrijven verwachten in 2025 terug te zijn op het reizigersniveau van voor de crisis. Dat zorgt ervoor dat openbaarvervoerbedrijven en MRDH een forse financiële opgave hebben én houden. Begin 2021 heeft het bestuur van de MRDH daarom het ‘regionale Transitieprogramma OV en corona’ vastgesteld. Dit programma omvat maatregelen om een deel van de tekorten op te vangen. Het Rijk voorzag in een beschikbaarheidsvergoeding, waarmee tot 95% van de kosten werd afgedekt. Deze beschikbaarheidsvergoeding geldt tot 1 januari 2023. Voor de periode daarna voert de MRDH, samen met andere OV-autoriteiten en vervoerbedrijven, een intensieve lobby bij het Rijk. Een financieel vangnet (garantstelling) moet ervoor zorgen dat de vervoersbedrijven ook in de komende twee jaar uit de rode cijfers blijven.

Toekomst van het OV

De OV-bedrijven en de MRDH moeten ondanks de gevolgen van de coronacrisis blijven werken aan het OV van de toekomst. De toenemende verstedelijking, de noodzaak tot duurzame mobiliteit en het versterken van de regionale economie maken investeren in snel en robuust openbaar vervoer urgent.

Volgende pagina