Investeren om fietsgebruik
te stimuleren

Meer mensen op de fiets naar het werk, naar school en voor ontspanning. Dat is de ambitie van de 23 gemeenten in de metropoolregio. Al fietsend draag je bij aan oplossingen rond woningbouw, verstedelijking, bereikbaarheid, gezondheid en veiligheid. En ook nog aan het klimaat en de leefbaarheid. Maar om de inwoners van de metropoolregio op die fiets te krijgen, moet je ze het wel gemakkelijker maken. Onder meer met verbeterde en veilige fietsroutes tussen wonen en werken, en met meer stallingplekken op OV-knooppunten waar je kunt overstappen op bus, trein of tram.

Met allerhande maatregelen weet de Metropoolregio steeds meer inwoners op de fiets te krijgen. Vooral op de fiets naar het werk, een ambitie waar de 23 gemeenten in de regio zich al geruime tijd sterk voor maken. Maar wil je forenzen op de fiets krijgen, dan moet je voor goede en snelle fietsroutes zorgen tussen woning- en werklocaties. Op die manier ligt de fiets steeds vaker voor de hand als vanzelfsprekend vervoermiddel voor woon-werkverkeer.

Metropolitane Fietsroutes

Met meer fietsers verbeter je de bereikbaarheid van de regio, verminder je de CO2-uitstoot en bevorder je bovendien de gezondheid van de inwoners. Sinds 2018 droegen de gemeenten acht routes aan - met in totaal 150 km - om die te realiseren als Metropolitane Fietsroute: hoogwaardige routes tussen woon- en werklocaties in de regio. De ambitie is om in totaal 250 km aan verbeterde, hoogwaardige routes aan te leggen. Hoogwaardig staat in dit geval voor een route met diverse kwaliteitskenmerken. Denk onder meer aan brede, veilige fietspaden, aan kruisingen waarbij de fietser zoveel mogelijk voorrang krijgt, aan goede verlichting en aan een herkenbare route met goede bewegwijzering. De betreffende gemeenten en andere wegbeheerders tillen deze routes naar een hoger niveau: ze krijgen een opknapbeurt en worden hier en daar voorzien van ontbrekende schakels, zoals een fietstunnel bij een verkeersrotonde of een fietsbrug over een auto(snel)weg heen.

Werken aan acht routes

Samen met veertien gemeenten werkt de MRDH op dit moment concreet aan acht routes, waarbij de routes in verkenning zijn of waarbij al gestart is met de verdere uitwerking tot realisatie. De veertien gemeenten zijn Rotterdam, Zoetermeer, Lansingerland, Westland, Maassluis, Vlaardingen, Schiedam, Delft, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Ridderkerk en Capelle aan den IJssel. We werken toe naar 2026 - het jaar waarin enkele routes gereed moeten zijn - zodat er vanaf dat moment werkelijk een aaneengesloten route ligt tussen werk- en woonlocaties.

Aanleg eerste tracédelen

Aan de route tussen Westland-Rotterdam en Zoetermeer-Rotterdam wordt al hard gewerkt. Zo is in de gemeente Lansingerland al gestart met de aanleg van de eerste tracédelen en kun je op het Berkelsedijkje al genieten van een extra breed en veilig fietspad. Verder verbreedde gemeente Rotterdam, onder de noemer werk-met-werk, het fietspad op de Mathennesserweg. Zowel gemeente Vlaardingen als Zoetermeer realiseren op korte termijn ook al een aantal tracédelen.

800 km fietspad verbeteren

De realisatie van de Metropolitane Fietsroutes is een goed begin, maar volgens Peter Meij, portefeuillehouder Fiets bij de MRDH, is daarmee het werk nog niet gedaan. “Veel fietspaden zijn te smal, zeker als je meer mensen wilt stimuleren de fiets te pakken. Dan moet je de routes echt breder maken en ze van goed wegdek voorzien. Ook ontbrekende schakels - een veilige oversteek, tunnel of brug - zijn nodig om goede doorgaande routes te creëren. Het betekent dat je in de metropoolregio 800 km fietspad moet verbeteren. Daarnaast zijn er voor de regio tot 2040 nog 90.000 stallingplekken nodig.”

Zes x goed inrichten

Bij het realiseren van toekomstbestendige fietsroutes geeft de Metropoolregio daarom aandacht aan zes belangrijke factoren:

  1. kwaliteit - brede, comfortabele, veilige en goed verlichte fietspaden;
  2. bereikbaarheid - fietser zoveel mogelijk voorrang geven;
  3. herkenbaarheid - logische bewegwijzering;
  4. beleving - aandacht voor de landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing van de route;
  5. circulariteit - duurzame materialen en/of bouwmethodes toepassen;
  6. dier- en natuurvriendelijkheid - gebiedseigen beplanting en natuurvriendelijke verlichting.

FEIT 1. Vaker op de fiets

Wist je dat… het fietsgebruik in de grote steden fors toeneemt? Sinds 2010 steeg het aantal fietsers naar school, studie of werk met zo’n 14 procent. Ook pakken steeds meer mensen de e-bike voor hun woon-werkreis: iets minder dan een kwart (23%) van alle elektrische fietskilometers.




Basisnetwerk fiets aanpakken

Naast de genoemde Metropolitane Fietsroutes willen de 23 gemeenten in de regio gezamenlijk ook de veelgebruikte routes tussen en in steden en dorpen verbeteren: het zogenaamde ‘regionaal basisnetwerk fiets’. Een ambitie die overigens landelijk bestaat. Alle provincies en vervoerregio’s brachten in kaart wat er nodig is om voor 2040 alle fietspaden uit het basisnet te verbeteren en wat je moet doen om het fietsgebruik verder te stimuleren. Daarvoor droegen alle gemeenten voorstellen aan. In maart 2021 presenteerde de MRDH een eerste inventarisatie aan de staatssecretaris van het ministerie van I&W. Om 800 km aan fietspaden in de regio te verbeteren, is er € 1,5 miljard nodig. Voor de 90.000 extra stallingplekken bij OV-knooppunten komt daar nog eens € 300 miljoen bij.

Nationaal Toekomstbeeld Fiets

Gemeenten als wegbeheerder en ook de regio’s hebben dat geld niet op de plank liggen. Om de opgave voor infrastructuur in beeld te brengen zijn alle plannen rond de regionale fietsnetwerken opgeteld tot één Nationaal Toekomstbeeld Fiets (NTF). Dit programma bevat vervolgens een eerste inventarisatie van mogelijke fietsinvesteringen in heel Nederland voor de komende jaren.

FEIT 2. Fietsen zit in ons DNA

De fiets is zo Nederlands als kaas, tulpen en de Elfstedentocht. Nederlanders fietsen jaarlijks gezamenlijk 440.000 keer de wereld rond. En we hebben meer fietsen dan mensen. Bijna de helft van de autoverplaatsingen is op dit moment korter dan 7,5 kilometer en met de e-bike worden steeds langere afstanden bereikbaar.




Tour de Force

Het Nationaal Toekomstbeeld Fiets is tot stand gekomen op initiatief van Tour de Force, een landelijke samenwerking tussen overheden, marktpartijen, maatschappelijke organisaties, kennisinstituten en platforms die zich inzetten voor een sterker fietsbeleid in Nederland. Henk Brink, voorzitter van de Tour de Force, is positief over deze samenwerking: “Ik ben trots op deze samenwerking van overheden en andere fietspartijen. We hebben nu in beeld waar de uitdagingen liggen. We zijn er klaar voor en moeten aan de slag om samen versneld in de fiets te investeren.”

Extra bijdrage nodig

Maar wat betekent dit Nationaal Toekomstbeeld Fiets voor de metropoolregio? Peter Meij: “We hebben jaarlijks zo’n €75 miljoen nodig. Dat hoeft niet alleen van het Rijk te komen. We investeren nu al op basis van cofinanciering. De Metropoolregio betaalt al 70% van de kosten voor de aanleg van Metropolitane Fietsroutes. Maar dat loopt in 2025 af. Extra bijdrage van het Rijk is dus nodig. Hoe mooi zou het zijn als ook voor het basisnetwerk zo’n percentage beschikbaar komt. Voor gemeenten een extra stimulans om ermee aan de slag te gaan.”

Verdere afspraken maken

De regio’s, waaronder de MRDH, werkten in de loop van 2021 de eerste versie van het Nationaal Toekomstbeeld Fiets verder uit. Welke maatregelen zijn het meest kansrijk en welke hebben prioriteit? Dit leidde tot een fietsagenda die in het najaar gereedkwam. Daarmee wil de MRDH met het Rijk verdere afspraken maken over de noodzakelijke investeringen. We willen immers allemaal meer mensen op de fiets krijgen.


Volgende pagina